Uitspraak
OVERWEGINGEN
verzekeringsartste laten motiveren waaruit de begeleidingsbehoefte bestaat. Als door de verzekeringsarts onderbouwd kan worden dat de begeleidingsbehoefte van betrokkenen niet zodanig groot is dat er bijzondere eisen aan leidinggevende en/of collega’s worden gesteld (omdat betrokkene geschikt is voor arbeid op de reguliere arbeidsmarkt) is sprake van geschiktheid voor de geduide functies. In de praktijk zien wij in voorkomende gevallen dat arbeidsongeschiktheidsbeoordeling, functieduiding en re-integratieaspecten soms door elkaar lopen en ten onrechte worden ingevuld op de FML. De werkwijze had dan eigenlijk behoren te zijn dat de verzekeringsarts de begeleidingsbehoefte beschrijft en dat de arbeidsdeskundige beoordeelt of die betreffende begeleidingsbehoefte kan worden opgelost met de inzet van een jobcoach (indien geschikt). Er moet echter een duidelijk onderscheid gemaakt worden of de begeleidingsbehoefte de arbeidsongeschiktheid en functieduiding raakt, of dat sprake is van een re-integratieaspect of voorziening.
.