Uitspraak
16.7348 PW, 17/3942 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
vastgesteld op € 2.409,50;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die sinds 28 november 2011 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, heeft in 2015 een bedrag van € 11.145,06 ontvangen uit de nalatenschap van zijn overleden moeder. Het college van burgemeester en wethouders van Stein heeft daarop besloten om bijstandsbetalingen terug te vorderen. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen dit besluit gegrond verklaard en het terug te vorderen bedrag vastgesteld op € 2.409,50, wat leidde tot een proceskostenveroordeling van het college. In hoger beroep heeft de appellant zich verzet tegen de hoogte van de terugvordering en de proceskostenveroordeling. De Raad heeft geoordeeld dat het terug te vorderen bedrag moet worden vastgesteld op € 1.613,33, en heeft het beroep tegen het verrekeningsbesluit van het college gegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat de schorsende werking van het hoger beroep in de weg staat aan de verrekening van de proceskosten met openstaande vorderingen van het college op de appellant. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant tot een bedrag van € 1.002,- en heeft bepaald dat het college het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 124,- vergoedt.