Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 12.000,- wegens overtreding van artikel 7a, eerste lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). Aan dit besluit is ten grondslag gelegd dat betrokkene aan [naam B.V.] te [plaatsnaam] in de periode van 20 januari 2014 tot en met 18 januari 2015 of gedeelten hiervan tegen vergoeding zes arbeidskrachten ter beschikking heeft gesteld die onder leiding en toezicht van [naam B.V.] arbeid hebben verricht als [naam functie] , zonder dat betrokkene met zijn eenmanszaak stond geregistreerd in het Handelsregister.
28 september 2015 herroepen in zoverre dat de boete wordt vastgesteld op € 8.000,- en bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit. De rechtbank heeft tevens bepalingen gegeven over de vergoeding van proceskosten en griffierecht.
€ 12.000,- opgelegd, bij tien tot dertig overtredingen volgt een boete van € 24.000,- en bij meer dan dertig overtredingen wordt een boete opgelegd van € 48.000,-. Deze boetenormbedragen zijn vastgesteld vanuit het besef dat de boetes voldoende afschrikwekkend moeten zijn om naleving van de in artikel 7a van de Waadi neergelegde verplichtingen te bevorderen, nu deze verplichtingen er (mede) toe dienen de handhaving van de andere arbeidswetten (naast de Wav zijn dat de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet) te ondersteunen, teneinde optimale naleving van deze wetten door de uitzendsector te ondersteunen.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 503,- wordt geheven.