ECLI:NL:CRVB:2018:3386
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- S. Wijna
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering op basis van de Werkloosheidswet en de beoordeling van privaatrechtelijke dienstbetrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Limburg. Appellant had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van hoofdstuk IV van de Werkloosheidswet (WW) en een reguliere WW-uitkering. Het Uwv had deze aanvragen geweigerd, omdat appellant niet als werknemer verzekerd was voor de WW. De rechtbank had de beroepen van appellant ongegrond verklaard, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat er sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen appellant en de B.V. waar hij werkzaam was. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij voor de B.V. werkzaam was op basis van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, omdat er geen gezagsverhouding was en de arbeidsrelatie werd beïnvloed door de familierelatie tussen appellant en de directeur van de B.V., zijn vader. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat appellant niet verzekerd was voor de WW.