ECLI:NL:CRVB:2018:3384
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- G.M.G. Hink
- P.J. Huisman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag met vaststelling van recht op bijstand op nihil
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, die eerder werkzaam was bij de gemeente Enschede, had een aanvraag voor bijstand ingediend op basis van de Participatiewet. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Enschede buiten behandeling gesteld, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in de periode van 10 april 2015 tot 1 oktober 2015 inkomsten heeft gehad die boven de bijstandsnorm uitkwamen, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad oordeelde dat de appellant onvoldoende duidelijkheid had verschaft over zijn financiële situatie, met name over de inkomsten uit zijn werkzaamheden en leningen. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, maar de Raad heeft de uitspraak bevestigd met verbetering van gronden. De kosten van de appellant zijn door het college vergoed, en het college is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om duidelijkheid te verschaffen over zijn financiële situatie en de gevolgen van onduidelijkheid voor het recht op bijstand.