ECLI:NL:CRVB:2018:3351
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag zorgzwaartepakket AWBZ en beoordeling zorgbehoefte appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante had een aanvraag ingediend bij het CIZ voor een zorgzwaartepakket (ZZP) GGZ03C in het kader van de AWBZ, welke aanvraag was afgewezen. De Centrale Raad oordeelde dat het CIZ terecht had vastgesteld dat appellante in de periode van haar verblijf bij Stichting onder behandeling was op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en dat er geen noodzaak was voor aanvullende AWBZ-zorg. De Raad baseerde zich op verschillende medische adviezen en de beschikbare gedingstukken, waaruit bleek dat appellante na haar klinische opname behoefte had aan ondersteuning, maar dat er geen indicatie was voor AWBZ-zorg. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit van het CIZ ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.