Uitspraak
OVERWEGINGEN
a. het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen,
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Zorgkantoor om de verantwoording van het persoonsgebonden budget (pgb) voor de tweede helft van 2014 af te keuren. Appellant, die een verstandelijke beperking en psychische klachten heeft, had een pgb van € 42.361,05 ontvangen voor zorg die door Enter Begeleid Wonen & Coaching werd verleend. Het Zorgkantoor had eerder de verantwoording voor de eerste helft van 2014 goedgekeurd, maar weigerde de verantwoording voor de tweede helft van 2014, omdat appellant deze niet tijdig had ingediend en niet voldoende bewijs had geleverd dat de zorg AWBZ-zorg betrof.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Zorgkantoor niet in redelijkheid kon besluiten om de verantwoording af te keuren. De Raad stelt vast dat appellant aannemelijk heeft gemaakt dat de zorg die hij heeft ontvangen, AWBZ-zorg is. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en herroept het besluit van het Zorgkantoor, waarbij het pgb voor het jaar 2014 wordt vastgesteld op € 36.617,12. Tevens wordt een bedrag van € 5.743,93 teruggevorderd van appellant, wat het Zorgkantoor onterecht aan hem heeft betaald. De Raad veroordeelt het Zorgkantoor in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 2.004,-.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en twee leden de zaak hebben beoordeeld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 januari 2018.