ECLI:NL:CRVB:2018:3155
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsbesluiten met betrekking tot appellante en het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen
Op 2 oktober 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de hoger beroepen van appellante tegen de uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de herziening en terugvordering van bijstandsbesluiten. Appellante was niet verschenen, terwijl het college vertegenwoordigd was door mr. R.M. Mol. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraken van de rechtbank. In de eerste zaak (16/6522 PW) werd geoordeeld dat het college bevoegd was om het recht op bijstand op te schorten, omdat appellante niet tijdig de benodigde documenten had overgelegd. In de tweede zaak (16/6523 PW) werd de beroepsgrond van appellante dat zij geen kostenvergoeding voor het bezwaar had gekregen, verworpen. De rechtbank had terecht het motiveringsgebrek in het besluit van het college gepasseerd. In de derde zaak (16/6525 PW) werd het bezwaar van appellante tegen de terugvordering van bijstand verworpen, omdat het college aannemelijk had gemaakt dat het besluit van 16 september 2015 op de juiste wijze was bekendgemaakt. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.