ECLI:NL:CRVB:2018:3025
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en belastbaarheid van appellant met betrekking tot reiken en frequent reiken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant, waarbij het Uwv was opgedragen om in een tussenuitspraak het verschil in belastbaarheid tussen de rechter- en linkerschouder van appellant inzichtelijk te maken. Dit betrof de beoordelingsaspecten reiken en frequent reiken in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 22 januari 2015. Het Uwv heeft echter het vastgestelde gebrek niet op de juiste wijze hersteld, wat leidde tot een proceskostenveroordeling.
De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de FML niet correct heeft aangepast, waardoor de geschiktheid van de functie machinebediende inpak-/verpakkingsmachine niet voldoende gemotiveerd kon worden. De Raad oordeelde dat er sprake was van een overschrijding van de belastbaarheid van appellant in deze functie, wat betekent dat deze functie niet geschikt was voor appellant. De overige functies die aan de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling ten grondslag waren gelegd, waren onvoldoende om tot een juiste beoordeling te komen.
De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, het beroep van appellant is gegrond verklaard, en het Uwv is veroordeeld in de proceskosten van appellant. De Raad heeft het besluit van 12 februari 2015 herroepen en zijn uitspraak in de plaats gesteld van het vernietigde besluit. De kosten van rechtsbijstand zijn begroot op € 2.755,50, en het Uwv moet het griffierecht van € 169,- vergoeden aan appellant.