Uitspraak
18 mei 2017, 16/2534 (aangevallen uitspraak)
T.M. van Dijk.
OVERWEGINGEN
13 augustus 2014 heeft het college appellante tijdelijk aangesteld als [functie 1] van 1 september 2014 tot 1 januari 2015. Bij besluit van 12 januari 2015 heeft het college appellante meegedeeld dat haar aanstelling op 1 januari 2015 van rechtswege eindigt en dat zij vanaf 1 januari 2015 wordt ingehuurd via [Uitzendbureau 2] . Tegen dit besluit heeft appellante geen bezwaar gemaakt. Vanaf 5 januari 2015 tot 1 juli 2015 had appellante de functie van [functie 1] via [Uitzendbureau 2] Haar laatste werkdag in die functie was 24 april 2015. Appellante is doorbetaald tot 1 juli 2015.
1 juli 2015 en wedertewerkstelling met onmiddellijke ingang. In dit verband is verwezen naar artikel 2:4, vierde lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling / Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) en het beginsel van goed werkgeverschap.