ECLI:NL:CRVB:2018:2553
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van uitkering op grond van het Besluit bovenwettelijk werkloosheidsuitkering politie (Bbwp) en de status van betrokkene
In deze zaak gaat het om de ontzegging van een uitkering op basis van het Besluit bovenwettelijk werkloosheidsuitkering politie (Bbwp). De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant, een politieambtenaar, had zijn uitkering ontzegd gekregen omdat hij was ontslagen op disciplinaire gronden, welke niet onder de in het Bbwp genoemde ontslaggronden vallen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van de korpschef ongegrond verklaard, en de Raad onderschrijft dit oordeel. De Raad stelt vast dat volgens de wetgeving alleen politieambtenaren die op specifieke gronden zijn ontslagen, als 'betrokkene' kunnen worden aangemerkt en recht hebben op een uitkering. Het disciplinair ontslag van de appellant valt niet onder deze gronden, waardoor hij geen aanspraak kan maken op de uitkering. De Raad verwijst ook naar eerdere uitspraken ter ondersteuning van zijn beslissing, en concludeert dat de argumenten van de appellant niet opgaan. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.