ECLI:NL:CRVB:2018:2035
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening studiefinanciering op basis van onrechtmatig verkregen bewijs en onvoldoende feitelijke grondslag
In deze zaak gaat het om de herziening van de studiefinanciering van appellant, die sinds 19 maart 2013 staat ingeschreven in de basisregistratie personen (brp) op een bepaald adres. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op basis van een onderzoek naar de woonsituatie van appellant, uitgevoerd door controleurs, de studiefinanciering herzien. Dit onderzoek is echter uitgevoerd door een onbevoegde controleur, wat leidt tot de conclusie dat de bevindingen onrechtmatig zijn verkregen. De minister heeft de herziening van de studiefinanciering gebaseerd op reisgegevens en gegevens over energie- en waterverbruik van het brp-adres, maar deze zijn niet voldoende om de bewijslast te dragen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat de minister niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant niet op het brp-adres woonde. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak, verklaart het beroep gegrond en herroept het besluit van de minister. Tevens wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van appellant.