ECLI:NL:CRVB:2018:183
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep en verzoek om immateriële schadevergoeding in ambtenarenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep (zaaknummer 17/4423 AW). De appellant, vertegenwoordigd door mr. G.M. Terlingen, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 9 mei 2017. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit van de korpschef van politie ongegrond verklaard. In het hoger beroep heeft de appellant echter medegedeeld dat hij de gronden van het hoger beroep niet langer handhaaft, waardoor hij geen processueel belang meer heeft. De Raad heeft vastgesteld dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM. De Raad heeft het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de totale procedure niet langer dan vier jaar heeft geduurd en de redelijke termijn niet is overschreden. De uitspraak van de Raad is openbaar uitgesproken en de beslissing houdt in dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.