ECLI:NL:CRVB:2018:1249
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om wraking van de behandelend rechter in een bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. Abdelkader, een verzoek om wraking ingediend tegen de behandelend rechter, mr. E.J.M. Heijs, naar aanleiding van een procedure die is gestart tegen de korpschef van politie. De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 april 2018 uitspraak gedaan over dit wrakingsverzoek. De aanleiding voor het wrakingsverzoek was de beslissing van de behandelend rechter om het onderzoek te heropenen en de zaak te verwijzen naar een meervoudige kamer. Verzoeker stelde dat deze beslissingen waren genomen om hem te kort te doen, maar de Raad oordeelde dat er geen steun was voor deze stellingen in het proces-verbaal van de zitting van 8 februari 2018.
De Raad benadrukte dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen, tenzij er sprake is van vooringenomenheid van de rechters. De beslissing om het onderzoek te heropenen en de verwijzing naar een meervoudige kamer werden als procedurele beslissingen gekwalificeerd. De Raad concludeerde dat verzoeker niet had aangetoond dat de behandelend rechter niet onpartijdig was en dat er geen aanleiding was voor toewijzing van het wrakingsverzoek. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de Centrale Raad van Beroep, in aanwezigheid van de griffier, en werd openbaar uitgesproken op 26 april 2018.