ECLI:NL:CRVB:2017:704
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van zorgverlening en begeleiding in het kader van de AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, geboren in 2000, heeft psychosociale gedragsproblemen als gevolg van hoogbegaafdheid en ADHD. Hij ontving een persoonsgebonden budget (pgb) van het Zorgkantoor voor begeleiding, maar de verantwoording van de besteding van dit budget werd afgekeurd. Het Zorgkantoor stelde dat de activiteiten van de zorgverlener, IE Quest, niet als begeleiding konden worden aangemerkt volgens de AWBZ. De rechtbank heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de activiteiten van IE Quest voornamelijk gericht waren op het aanleren van vaardigheden en niet op het daadwerkelijk ondersteunen van de appellant in zijn thuissituatie. De Raad concludeert dat de verleende zorg niet voldoet aan de definitie van begeleiding zoals vastgelegd in artikel 6 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke omstandigheden en de inhoud van de zorgverlening in de beoordeling van de rechtmatigheid van de zorg.