ECLI:NL:CRVB:2017:70
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening studiefinanciering door onbevoegde controleur leidt tot ontoelaatbaar bewijs en vernietiging van besluit
Op 11 januari 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De zaak betreft de herziening van de studiefinanciering van appellant, die door de minister was herzien op basis van een onderzoek naar zijn woonsituatie. Dit onderzoek was uitgevoerd door controleurs van een privaat bedrijf, die niet als bevoegde toezichthouders konden worden aangemerkt. De Raad oordeelde dat de bevindingen van dit onderzoek ontoelaatbaar bewijs vormen, omdat het toezicht op de naleving van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) een overheidstaak is die niet aan private partijen mag worden uitbesteed. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van de minister ongegrond verklaard, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank het motiveringsgebrek niet had onderkend. Hierdoor kwam de aangevallen uitspraak voor vernietiging in aanmerking. De Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de minister en herstelde de situatie door het besluit van 14 november 2014 te herroepen. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.980,- bedroegen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en is van belang voor de rechtsbescherming van studenten in vergelijkbare situaties.