ECLI:NL:CRVB:2017:689
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- P.W. van Straalen
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van arbeidsverplichting voor alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar en vergoeding van kosten in bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een alleenstaande ouder, appellante, die sinds 17 januari 2014 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Huizen heeft op 22 september 2014 de bijstand van appellante beëindigd, omdat zij niet voldeed aan de scholingsplicht. Na bezwaar heeft het college op 19 november 2014 de beëindiging van de bijstand ingetrokken en ontheffing verleend van de scholings- en arbeidsverplichtingen op medische gronden. Appellante heeft echter verzocht om ontheffing van de arbeidsverplichtingen vanwege de zorg voor haar kind.
Het college heeft in een later besluit, op 2 februari 2015, de ontheffing van de arbeidsverplichtingen gewijzigd, maar het bezwaar tegen het eerdere besluit ongegrond verklaard. Appellante ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat de arbeidsverplichtingen niet van toepassing zouden moeten zijn zolang haar kind jonger is dan twaalf jaar. De Raad overweegt dat de PW erop gericht is om bijstandsontvangers te stimuleren om betaald werk te vinden, en dat een ontheffing voor de duur van de zorg voor een kind tot twaalf jaar in strijd zou zijn met de doelstellingen van de wet.
Daarnaast heeft appellante verzocht om vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt in verband met het bezwaar. De Raad oordeelt dat er geen recht op vergoeding bestaat, omdat het college het besluit niet heeft herroepen wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af.