ECLI:NL:CRVB:2017:4325
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor legeskosten verblijfsvergunning niet-tijdelijk humanitair
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had op 4 februari 2016 bijzondere bijstand aangevraagd voor legeskosten van een verblijfsvergunning niet-tijdelijk humanitair, ter hoogte van € 985,-. Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden heeft deze aanvraag op 10 maart 2016 afgewezen, en het bezwaar daartegen ongegrond verklaard op 16 augustus 2016. De Raad oordeelt dat de legeskosten niet noodzakelijk zijn, omdat er goedkopere alternatieven zijn, zoals het aanvragen van een verlenging van verblijf op medische gronden voor € 389,-. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad concludeert dat de legeskosten voor de verblijfsvergunning niet noodzakelijk zijn en dat het hoger beroep van de appellant geen doel treft. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.