ECLI:NL:CRVB:2017:4276
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 15 juni 2012 (aanvullende) bijstand ontvingen op basis van de Participatiewet (PW). Het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers heeft de bijstand ingetrokken omdat appellanten niet alle gevraagde informatie hebben verstrekt, waardoor hun recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde de beroepen van appellanten ongegrond, waarna zij in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellanten gedurende de te beoordelen periode niet hebben voldaan aan hun inlichtingenverplichting. Dit was onder andere het geval omdat zij geen bankafschriften hebben overgelegd van hun gezamenlijke rekening en van de rekening van de holding waarvan appellant aandeelhouder was. Ook is vastgesteld dat appellanten bedragen hebben ontvangen die niet zijn gemeld, en dat zij onvoldoende inzicht hebben gegeven in hun financiële situatie, met name in verband met de huurbetalingen van € 1.200,- per maand.
De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur terecht de bijstand heeft ingetrokken en de gemaakte kosten heeft teruggevorderd. De schending van de inlichtingenverplichting is objectief en verwijtbaarheid speelt hierbij geen rol. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.