ECLI:NL:CRVB:2017:4139
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na medische beoordeling en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die als pijpfitter werkte, had zich ziek gemeld na een bedrijfsongeval en ontving een ZW-uitkering. Na een medische beoordeling door het Uwv werd vastgesteld dat hij in staat was om meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen, wat leidde tot de beëindiging van zijn uitkering. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat het Uwv niet de juiste maatstaf had gehanteerd en dat zijn beperkingen waren onderschat. Hij verzocht om benoeming van een onafhankelijke deskundige, verwijzend naar een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende gemotiveerd had dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor de appellant. De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel en concludeerde dat er geen aanleiding was voor het benoemen van een onafhankelijke deskundige. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van de appellant werd afgewezen.