ECLI:NL:CRVB:2017:4103
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand en terugvordering op grond van schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de intrekking van bijstand en de terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die sinds 1 september 1996 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De intrekking en terugvordering zijn het gevolg van een schending van de inlichtingenverplichting door appellante, die geen melding heeft gemaakt van een en/of-rekening met een saldo dat boven de vermogensgrens lag. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven heeft na een melding van het inlichtingenbureau een onderzoek ingesteld en de bijstand van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij niet feitelijk kon beschikken over het tegoed op de en/of-rekening en dat de terugvordering in geen redelijke verhouding staat tot het saldo op die rekening. De Raad heeft geoordeeld dat appellante wel degelijk beschikte over de tegoeden op de en/of-rekening en dat zij haar inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad heeft de intrekking van de bijstand over de periode van 1 september 1996 tot en met 11 november 2013 bevestigd, maar de intrekking en terugvordering over de periode van 12 november 2013 tot en met 18 februari 2014 vernietigd, omdat appellante vanaf die datum niet meer kon beschikken over de tegoeden op de en/of-rekening. De Raad heeft het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen over de terugvordering, rekening houdend met de uitspraak.