ECLI:NL:CRVB:2017:3804
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- H. Lagas
- J.C.F. Talman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ontslag en de geldigheid van de beoordeling van een ambtenaar in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante, werkzaam bij de gemeente Zeist, was sinds 1991 in dienst en had een coachingstraject doorlopen. Na een beoordelingsgesprek in juli 2015 werd haar functioneren als onvoldoende beoordeeld, wat leidde tot een ontslagbesluit van 28 augustus 2015. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad kwam tot een andere conclusie. De Raad oordeelde dat de beoordeling niet op voldoende gronden berustte, omdat de negatieve oordelen in de beoordeling onvoldoende concreet waren onderbouwd. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking had op de beoordeling en het ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid. De Raad oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van Zeist niet bevoegd was om appellante op deze gronden te ontslaan, omdat niet was aangetoond dat appellante op haar functioneren was aangesproken en in de gelegenheid was gesteld dit te verbeteren. De Raad bevestigde echter het oordeel van de rechtbank over de ontstane impasse, waardoor het ontslag op andere gronden wel standhield. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten van appellante en het griffierecht vergoed.