ECLI:NL:CRVB:2017:3793
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M. Kraefft
- R.P.Th. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ambtenarenrechtelijke geschillen met betrekking tot functioneren en ontslag wegens verstoorde arbeidsverhouding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant. De appellante, werkzaam bij de gemeente 's-Hertogenbosch, had hoger beroep ingesteld tegen de beoordelingen van haar functioneren in de jaren 2012 en 2013, alsook tegen haar ontslag. De Raad oordeelde dat de beoordeling over 2012 op voldoende gronden berustte, waarbij werd vastgesteld dat appellante niet volledig zelfstandig functioneerde, wat een grondslag bood om haar bezoldiging op de huidige schaal te handhaven. Voor het jaar 2013 werd haar functioneren als onvoldoende beoordeeld, en de Raad bevestigde dat het college voldoende feiten had aangedragen om deze beoordeling te onderbouwen.
Het ontslag van appellante werd gerechtvaardigd door een verstoorde arbeidsverhouding, die voortkwam uit haar onvermogen om adequaat te communiceren met collega's en haar beschuldigingen aan het adres van haar leidinggevende. De Raad concludeerde dat het college in redelijkheid tot ontslag had kunnen besluiten, aangezien de situatie onwerkbaar was geworden. Tevens werd geoordeeld dat appellante geen recht had op een na-wettelijke uitkering, omdat het ontslag grotendeels aan haar eigen handelen te wijten was. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en wees de proceskosten af.