In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van een WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante. Appellante, die sinds 25 juli 2011 ziek was, had recht op een loongerelateerde WGA-uitkering op basis van de Wet WIA. Het Uwv had eerder vastgesteld dat haar arbeidsongeschiktheid 67,15% was, maar later werd dit percentage aangepast. De Raad oordeelde dat het Uwv de functie schadecorrespondent ten onrechte had betrokken bij de schatting van de arbeidsongeschiktheid, omdat appellante niet voldeed aan de diploma-eisen voor deze functie. Hierdoor werd de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 80,46%, wat betekende dat appellante recht had op de loonaanvullingsuitkering. De Raad oordeelde ook dat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 500,- aan appellante. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep tegen de besluiten van het Uwv werd gegrond verklaard.