Uitspraak
OVERWEGINGEN
24 november 2014 tot en met 31 december 2014 als algemeen medewerker in loondienst werkzaam geweest bij [naam werkgever 1] . Appellant is daarna van 11 januari 2015 tot en met 31 mei 2015 in loondienst werkzaam geweest als keukenhulp bij [naam werkgever 2] , handelend onder de naam [naam restaurant 2] ( [naam restaurant 2] ), voor gemiddeld 10 uur per week. Met ingang van 4 juni 2015 is hij in dienst getreden van [naam werkgever 3] ( [naam werkgever 3] ) als keukenhulp voor gemiddeld 7 uur per week op grond van een overeenkomst voor bepaalde tijd tot 30 november 2015. Appellant is voorts van 8 juni tot en met 26 juni 2015 als vertaler/tolk gedurende 30 uur per week in loondienst werkzaam geweest bij [naam werkgever 1] .
WW-uitkering verstrekt van 29 juni 2015 tot en met 24 november 2015, de datum van bestreden besluit 1, op basis van een dagloon van € 32,04.
BESLISSING
- vernietigt de besluiten van 24 november 2015 en 19 augustus 2016;
- bepaalt dat appellant met ingang van 29 juni 2015 in aanmerking wordt gebracht voor een
uitkering op grond van de WW naar een dagloon van € 144,- met een maximale
uitkeringsduur van 22 maanden;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van
€ 2.970,-;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht in beroep € 46,- en hoger beroep