ECLI:NL:CRVB:2017:3243
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijstandsaanvraag wegens niet ingediende bewijsstukken en schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die sinds 24 maart 2011 bijstand ontving, had zijn bijstandsaanvraag zien afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant geen bewijsstukken had overgelegd die aantonen dat hij niet langer werkzaam was als schilder en dat hij in strijd met zijn inlichtingenverplichting geen melding had gemaakt van zijn inkomsten uit schilderwerkzaamheden. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet in staat was om aan te tonen dat er relevante wijzigingen in zijn omstandigheden waren die recht gaven op bijstand. De appellant had verklaard dat hij door een gokverslaving niet in staat was om een administratie bij te houden, maar de Raad oordeelde dat hij zelf het risico had genomen door geen bewijsstukken te overleggen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenverplichting en het bijhouden van een deugdelijke administratie voor het verkrijgen van bijstand.