ECLI:NL:CRVB:2017:3033
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsuitkering en behandeling van giften als inkomen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de terugvordering van bijstandsuitkeringen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij periodieke giften van de vader van de dochter van betrokkene als inkomen zijn aangemerkt. De Raad oordeelde dat de rechtbank de stortingen op de rekening van de dochter ten onrechte als alimentatie had aangemerkt, en dat deze als giften moesten worden beschouwd. De Raad heeft vastgesteld dat de terugvordering van € 4.312,93 terecht was, en dat de opgelegde maatregel van 100% van de bijstandsnorm gedurende een maand ook gerechtvaardigd was. Tevens werd geoordeeld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 500,- aan betrokkene. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze de hoogte van de terugvordering en de maatregel had vastgesteld, en verklaarde het beroep van het college ongegrond.