ECLI:NL:CRVB:2017:2743
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag bijstandsverlening zelfstandigen 2004
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, een zelfstandig ondernemer in de kappersbranche, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijstandsverlening op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Appellant had eerder bijstand aangevraagd, welke aanvankelijk was toegekend, maar later werd de aanvraag afgewezen op basis van een rapport van een deskundige instantie, [BV], die concludeerde dat het bedrijf van appellant niet levensvatbaar was. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de eerdere besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer en de motivering van de rechtbank Noord-Nederland. De Raad heeft vastgesteld dat het college zich bij zijn besluitvorming heeft gebaseerd op het advies van [BV] en dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd om de conclusies van [BV] te weerleggen. De Raad heeft geoordeeld dat de beoordeling van de levensvatbaarheid van het bedrijf van appellant op het moment van de aanvraag, 2 december 2013, moet plaatsvinden en dat ontwikkelingen na deze datum niet in aanmerking kunnen worden genomen. De Raad heeft het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd.