Uitspraak
OVERWEGINGEN
3 november 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:4186. Uit deze uitspraken volgt dat bevindingen van onderzoek dat (mede) is verricht door een onbevoegde controleur – zijnde een controleur die niet op basis van een arbeidsovereenkomst bij een eerder bedoeld privaat bedrijf werkzaam is, maar voor dat bedrijf op andere basis werkzaamheden verricht – als bewijs ontoelaatbaar zijn.
mei 2014, wordt voor de berekening van de wettelijke rente verwezen naar de uitspraak van 25 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV1958. Voor zover appellante een (resterend) deel van het teruggevorderde bedrag heeft terugbetaald, is ingevolge artikel 4:102, eerste lid, van de Awb de wettelijke rente over dat bedrag verschuldigd vanaf de dag dat feitelijk onverschuldigd is betaald. Daarbij geldt dat na afloop van een jaar het bedrag waarover de wettelijke rente wordt berekend, dient te worden vermeerderd met de over dat jaar verschuldigde rente. De wettelijke rente loopt tot aan de dag van de algehele voldoening van het onverschuldigd terugbetaalde bedrag.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 30 juli 2014;
- herroept het besluit van 18 april 2014 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 30 juli 2014;
- veroordeelt de minister tot vergoeding aan appellante van wettelijke rente zoals onder 4.6 van deze uitspraak is vermeld;