ECLI:NL:CRVB:2017:2367
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet gemelde inkomsten uit kamerverhuur en werkzaamheden
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant had bij zijn aanvraag aangegeven dat hij inkomsten uit kamerverhuur had, maar heeft later geen concrete informatie meer verstrekt over deze inkomsten. Het college van burgemeester en wethouders van Wageningen heeft na een onderzoek vastgesteld dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van zijn werk en de inkomsten uit de verhuur van kamers. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen de besluiten van het college deels ongegrond verklaard en de boete verlaagd. Appellant is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad concludeert dat appellant niet voldoende informatie heeft verstrekt over zijn huurinkomsten en werkzaamheden, waardoor het college niet in staat was om te beoordelen of appellant recht had op bijstand. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de intrekking van de bijstand terecht was en dat de opgelegde boete evenredig is aan de ernst van de overtreding. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.