ECLI:NL:CRVB:2017:2237
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om erkenning als burgeroorlogsslachtoffer onder de Wubo
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1939 in het voormalige Nederlands-Indië, een aanvraag ingediend om erkend te worden als burgeroorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De aanvraag werd in eerste instantie afgewezen door de Pensioen- en Uitkeringsraad, omdat niet was aangetoond dat appellante direct betrokken was bij oorlogsgeweld. Na een herhaalde aanvraag in 2015, die ook werd afgewezen, heeft appellante beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. De Raad heeft het onderzoek van de verweerder als voldoende zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat de eigen verklaringen van appellante te algemeen zijn om als bewijs te dienen voor directe betrokkenheid bij oorlogsgeweld. De Raad benadrukt dat voor erkenning als burgeroorlogsslachtoffer objectieve bevestiging van persoonlijke betrokkenheid vereist is. De Raad heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij het besluit van de verweerder om niet tot herziening over te gaan is bevestigd. De uitspraak is gedaan op 22 juni 2017.