Uitspraak
16 juli 2014, 13/7291.
Centrale Raad van Beroep
Op 26 april 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/3336 PW. Deze uitspraak betreft een verzoek om herziening van een eerdere beslissing op een wrakingsverzoek, dat op 14 april 2015 was afgewezen. De verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 juli 2014. In het kader van dit hoger beroep verzocht de verzoeker om wraking van de behandelend rechter, maar dit verzoek werd afgewezen. De Raad oordeelt dat op grond van artikel 8:18, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen rechtsmiddel openstaat tegen de beslissing op een wrakingsverzoek. Dit betekent dat er geen mogelijkheid is om herziening te vragen van een beslissing op een verzoek om wraking. De Raad is derhalve onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek om herziening, en kan zonder verder onderzoek beslissen. De uitspraak is gedaan door E.J.M. Heijs, in tegenwoordigheid van griffier P.W.J. Hospel, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.