ECLI:NL:CRVB:2015:1293
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van de behandelend rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2015 uitspraak gedaan op een verzoek om wraking van de behandelend rechter, mr. J.F. Bandringa, door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. drs. M.J.G. Schroeder. Het verzoek om wraking is ingediend naar aanleiding van de procedure rondom een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Verzoeker stelde dat de behandelend rechter niet onpartijdig was, omdat deze een verzoek om toezending van een proces-verbaal had geretourneerd. Verzoeker vreesde dat deze beslissing zijn kansen op een geslaagd beroep zou schaden.
De Raad heeft overwogen dat wraking alleen kan worden toegewezen op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De Raad concludeerde dat de behandelend rechter wel degelijk kennis had genomen van de inhoud van verzoekers brief en dat de afwijzing van het verzoek om toezending van het proces-verbaal geen aanwijzing voor vooringenomenheid opleverde. De Raad benadrukte dat de enkele afwijzing van procedurele verzoeken niet voldoende is voor een wrakingsverzoek, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om wraking afgewezen, omdat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid was aangetoond. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter, en de leden M. Greebe en J.P.M. Zeijen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er zijn geen proceskosten aan de orde gesteld.