ECLI:NL:CRVB:2017:1368
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde maatregelen bij re-integratie door gebrek aan maatwerk door het college
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Boxtel, waarbij maatregelen zijn opgelegd wegens vermeende onvoldoende medewerking aan een re-integratietraject. Appellant ontvangt sinds 2013 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college heeft appellant verplicht om deel te nemen aan de Werkacademie, een re-integratietraject, maar appellant heeft zich afgemeld vanwege gezondheidsklachten. Het college heeft daarop de bijstand van appellant verlaagd. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het college niet voldoende maatwerk heeft geleverd bij het aanbieden van de Werkacademie. Er is niet aangetoond dat het college rekening heeft gehouden met de beperkingen van appellant, zoals vastgesteld door een verzekeringsarts. De Raad oordeelt dat appellant niet kan worden verweten dat hij geen medewerking heeft verleend aan het traject, omdat het college niet duidelijk heeft gemaakt wat de inhoud en het doel van de Werkacademie waren. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant gegrond, waardoor de opgelegde maatregel wordt herroepen. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.