ECLI:NL:CRVB:2017:1327
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van plichtsverzuim en toerekenbaarheid bij strafontslag van ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond werd verklaard. Appellante, werkzaam bij de gemeente Den Haag, kreeg een voorwaardelijk strafontslag opgelegd wegens plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim bestond uit het niet verschijnen bij een afspraak met de bedrijfsarts zonder toestemming van haar leidinggevende. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar rugklachten haar verhinderd hebben om de afspraak na te komen. Bovendien heeft zij niet voldoende gedaan om haar leidinggevende te bereiken om toestemming te vragen voor het niet verschijnen.
De Raad overweegt dat de toerekenbaarheid van het plichtsverzuim niet kan worden ontkend op basis van de psychische klachten van appellante, aangezien deze klachten niet bekend waren bij de bedrijfsarts en appellante in die periode niet onder behandeling was. De Raad bevestigt dat de voorwaarde voor het ten uitvoer leggen van het strafontslag is vervuld, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het college zouden verplichten om van de tenuitvoerlegging af te zien. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het hoger beroep niet slaagt, en bevestigt de eerdere uitspraak.