Uitspraak
drs. H. ten Brinke.
OVERWEGINGEN
WW-uitkering die hij over de periode van 20 oktober 2014 tot en met 26 oktober 2014 heeft ontvangen. Het Uwv heeft op goede gronden de onverschuldigd betaalde WW-uitkering ten bedrage van € 525,75 (bruto) teruggevorderd.
b. beschikbaar is om arbeid te aanvaarden.
20 oktober 2014 tot en met 26 oktober 2014 geen recht had op een WW-uitkering. Het Uwv was op grond van artikel 22a, eerste lid, aanhef en onder b, van de WW gehouden het besluit tot toekenning van WW-uitkering in te trekken. Uit artikel 36, eerste lid, van de WW vloeit voort dat het Uwv de ten onrechte betaalde uitkering diende terug te vorderen.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
G.A.J. van der Hurk als leden, in tegenwoordigheid van M. Gayir als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 maart 2017.