ECLI:NL:CRVB:2017:10
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim van een hoofd complexbeveiliging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland. De appellant, werkzaam als hoofd complexbeveiliging, was ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. De minister van Veiligheid en Justitie had hem op 30 april 2014 de disciplinaire straf van ontslag opgelegd, na een reeks van gedragingen die als ernstig plichtsverzuim werden gekwalificeerd. Deze gedragingen omvatten het zonder toestemming wegnemen van goederen uit de inrichting, het niet naleven van procedures, en het slaan van een geboeide gedetineerde. De Raad oordeelde dat de appellant zich schuldig had gemaakt aan ernstig plichtsverzuim door goederen zoals een camera, hekwerk en isolatiemateriaal mee naar huis te nemen zonder de juiste toestemming en procedures te volgen. Daarnaast had hij een laptop, die hem in bruikleen was gegeven, op eigen gezag laten aanpassen door een extern bedrijf, wat ook als ernstig plichtsverzuim werd beschouwd. De Raad concludeerde dat het ontslag gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de gedragingen en het vertrouwen dat de minister in de appellant moest kunnen stellen. Het hoger beroep van de appellant werd afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.