ECLI:NL:CRVB:2016:953
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- W.F. Claessens
- Y.J. Klik
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand op basis van inlichtingenverplichting en overgangsrecht
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant heeft in 2011 bijstand aangevraagd, maar heeft in de periode van januari tot juli 2012 kasstortingen gedaan op zijn bankrekening zonder dit te melden aan het college. Het college heeft deze stortingen als inkomsten aangemerkt en de bijstand herzien, wat leidde tot een terugvordering van € 730,-. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor een deel van de terugvordering. Appellant ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de kasstortingen in beginsel als middelen in de zin van de WWB moeten worden beschouwd. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze stortingen giften waren. De Raad bevestigt dat het college bevoegd was om de bijstand te herzien en de terugvordering door te voeren. De Raad heeft ook de argumenten van appellant over het overgangsrecht behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht aansluiting heeft gezocht bij de datum van het terugvorderingsbesluit. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij de terugvordering en de opgelegde maatregel zijn gehandhaafd.