Uitspraak
13 november 2014, 12/2480 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
WW-uitkering van werknemer heeft verhaald, heeft op 25 juli 2011 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 18 augustus 2009 en tegen de uitbetaling van de WW-uitkering over de maand juni 2011. Dit bezwaar heeft het Uwv bij besluit van 6 januari 2012 niet-ontvankelijk verklaard. Appellante heeft tegen dit besluit geen beroep ingesteld.
22 december 2011 afgewezen op de grond dat niet of onvoldoende is gebleken van nieuwe feiten of omstandigheden waardoor de eerder genomen beslissing moet worden herzien. Dit besluit is gehandhaafd bij beslissing op bezwaar van 13 juni 2012 (bestreden besluit).
WW-uitkering te herzien of in te trekken (ECLI:NL:CRVB:2014:594, ECLI:NL:CRVB:2014:595, ECLI:NL:CRVB:2014:596 en ECLI:NL:CRVB:2014:597). Uit die uitspraken wordt afgeleid dat een werkgever die eigenrisicodrager is en wil bereiken dat het Uwv de uitkering van een voormalig werknemer herziet of intrekt en terugvordert, gerede twijfel over de aanspraak op die uitkering naar voren moet brengen en dat juist is de opvatting van het Uwv dat hij zijn controle op de sollicitatieverplichtingen van WW-gerechtigden steekproefsgewijs mag uitvoeren en daarbij de periode bepaalt waarover de WW-gerechtigde een overzicht van zijn sollicitatieactiviteiten (met vermelding van onder meer de naam van de benaderde werkgevers en de resultaten van die benaderingen) verstrekt. Verder wordt gewezen op de uitspraak van de Raad van 16 september 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:3274). Daarin is geoordeeld dat het Uwv bij een controle op het voldoen aan de sollicitatieverplichting naar aanleiding van een melding van een overheidswerkgever als bedoeld in artikel 5:17, derde lid, van het Besluit SUWI, niet gehouden is een langere termijn te hanteren dan de periode van maximaal drie maanden voorafgaand aan de melding die ook wordt gehanteerd bij een controle ten aanzien van WW-gerechtigden die niet uit de sector Overheid en Onderwijs werkloos zijn geworden. In het geval dat de overheidswerkgever ter onderbouwing van zijn melding aan de werkloze heeft verzocht om informatie over sollicitatieactiviteiten, is het hanteren van een beoordelingstermijn van de laatste drie kalendermaanden voorafgaand aan de maand waarin dat verzoek is gedaan, een passend uitgangspunt geacht.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding af.
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier.