ECLI:NL:CRVB:2016:4699
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek en verzoek om voorlopige voorziening in ambtenarenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft verzoekster, die sinds 1991 werkzaam was bij de politie, een herzieningsverzoek ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 21 juli 2016. Dit verzoek volgde op een besluit van de korpschef van politie, waarbij verzoekster buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging werd verleend en haar de toegang tot de gebouwen werd ontzegd. Tevens werd haar ontslag verleend wegens onbekwaamheid. De rechtbank had eerder het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard. Verzoekster heeft in haar herzieningsverzoek een groot aantal grieven naar voren gebracht, waaronder beschuldigingen van een oneerlijke proceshouding door de korpschef en discriminatie op basis van ras, afkomst en geslacht. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat nader onderzoek niet nodig was en dat er geen beletselen waren om uitspraak te doen in de hoofdzaak. Het verzoek om herziening werd afgewezen, evenals het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter concludeerde dat de grieven van verzoekster niet voldeden aan de vereisten voor herziening zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht.