Uitspraak
3 maart 2014, 13/4314 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
20 mei 2014 en 17 augustus 2014, dient te worden geconcludeerd dat hij in aanmerking komt voor een IVA-uitkering. Op grond van de voorhanden zijnde medische stukken is het immers met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten dat er een verbetering van zijn belastbaarheid zal optreden.
16 januari 2013, terecht op gewezen dat de behandelend neuroloog aangeeft dat behandeling plaatsvindt in de vorm van monitoring van de OSAS, begeleiding door een neuropsycholoog en epilepsiecontrole. Niet gesproken kan worden van een ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden. Voorts blijkt uit de brief van de neuroloog dat deze arts nog geen prognose kan geven en dat de effecten van de behandeling in de aankomende twee jaar bekeken moeten worden. Met het Uwv wordt geoordeeld dat dit impliceert dat nog effect van de behandeling mogelijk is en dat niet gesteld kan worden dat verbetering van de belastbaarheid niet te verwachten is.De verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt gevolgd in haar standpunt van 18 september 2013 dat de brief van neuroloog Boon waarin deze arts spreekt van een betrekkelijke eindtoestand en het ontbreken van therapeutische opties om bij appellant herstel te laten plaatsvinden, niet betekent dat verbetering van de belastbaarheid niet te verwachten is.
BESLISSING
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van H.J. Dekker als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 november 2016.