ECLI:NL:CRVB:2016:3884
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over toekenning WW-uitkering na strafontslag en verwijtbare werkloosheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven tegen de beslissing van het Uwv om betrokkene een WW-uitkering toe te kennen na een strafontslag. Betrokkene was sinds 1992 werkzaam als gemeentelijk belastingdeurwaarder en ontving tot 2012 een vaste lunchvergoeding. Na twijfels over zijn declaratiegedrag, die ontstonden door opvallende lunch-aankopen, werd er een onderzoek ingesteld door Hoffman Bedrijfsrecherche. Dit leidde tot een schorsing en uiteindelijk tot een disciplinaire maatregel van onvoorwaardelijk ontslag wegens plichtsverzuim. Het college stelde dat betrokkene verwijtbaar werkloos was, maar het Uwv concludeerde dat er geen sprake was van een subjectieve dringende reden voor het ontslag. De rechtbank oordeelde dat het college niet voortvarend had gehandeld in de periode tussen het onderzoek en het ontslagbesluit. In hoger beroep bevestigde de Raad dat het Uwv terecht had geoordeeld dat betrokkene niet verwijtbaar werkloos was, omdat het college niet de nodige voortvarendheid had betracht bij het ontslag. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.