ECLI:NL:CRVB:2016:3868
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraken inzake ontslag op grond van onbekwaamheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2016 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van eerdere uitspraken met betrekking tot het ontslag van verzoeker, die werkzaam was bij de Universiteit van Amsterdam. Verzoeker had eerder, in 2001, eervol ontslag gekregen op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid. Dit ontslag was in 2005 en 2011 door de Raad bevestigd, en verzoeker heeft sindsdien meerdere keren om herziening gevraagd. In zijn verzoek stelde verzoeker dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden, waaronder vermeende valse beschuldigingen die zijn gedaan door zijn advocaat en een medewerker van het college tijdens de hoorzitting in 2001.
De Raad heeft echter geoordeeld dat het verzoek om herziening niet aan de wettelijke eisen voldeed. De gronden die verzoeker aanvoerde, waren niet nieuw en hadden eerder in de procedure naar voren gebracht moeten worden. De Raad benadrukte dat het middel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van feiten die niet eerder bekend waren en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak hadden kunnen leiden. Aangezien verzoeker niet kon aantonen dat hij nieuwe feiten had die aan de voorwaarden van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht voldeden, werd het verzoek afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door K.J. Kraan, met A. Mansourova als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 13 oktober 2016. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.