ECLI:NL:CRVB:2016:3834
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van bijstand wegens verzwegen woning in Marokko en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had een woning in Marokko verzwegen. De gemeente Leiden had op basis van een anonieme melding een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Uit het onderzoek bleek dat de appellant een woning in Marokko bezat, wat hij niet had gemeld aan de gemeente. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van de gemeente om de bijstand te beëindigen ongegrond verklaard.
De Raad oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van Leiden terecht had geconcludeerd dat de woning tot het vermogen van de appellant behoorde. De Raad benadrukte dat het aan de bijstandverlenende instantie is om de nodige kennis over relevante feiten te vergaren en dat de last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor beëindiging is voldaan, in beginsel op het college rust. De appellant had niet voldoende bewijs geleverd dat de woning eigendom was van zijn echtgenote, ondanks zijn stellingen hierover. De Raad bevestigde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door de woning niet te melden, wat leidde tot de beëindiging van zijn bijstand.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het verzoek van de appellant om schadevergoeding af. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.