Uitspraak
OVERWEGINGEN
,althans exclusief voor politiemedewerkers toegankelijke parkeerterrein vanaf de hem toegewezen invalideparkeerplaats richting de paslezer bij de ingang van het gebouw brengt op zichzelf geen bijzonder risico op het ontstaan van ongevallen met zich mee. De verplaatsing over dit parkeerterrein is daarom niet op één lijn te stellen met deelname aan het wegverkeer (in het kader van de opgedragen werkzaamheden) waarbij in het algemeen wel een verhoogd risico op het ontstaan van ongevallen wordt aangenomen vanwege de gevaarzetting die inherent is aan het (gemotoriseerde) wegverkeer. De Raad verwijst naar zijn rechtspraak op dit punt (zie de uitspraak van 4 juli 2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AE5832). Om diezelfde reden kan niet gezegd worden dat de verplaatsing van betrokkene over het parkeerterrein een verhoogd risico op ongevallen met zich meebracht. Van deelname aan het wegverkeer is in dit geval vanwege het feit dat het parkeerterrein, aangeduid met “eigen weg”, voor het gewone verkeer is afgesloten geen sprake (zie de uitspraak van 25 april 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BA5292). Het feit dat betrokkene als voetganger is aangereden door een motorvoertuig, bestuurd door een collega, en dat de verzekeraar van dit dienstmotorvoertuig aansprakelijkheid heeft erkend maakt het voorgaande niet anders, omdat dit op zichzelf genomen geen bijzondere omstandigheden zijn in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder z, van het Barp. Het gaat er bij deze bepaling immers om of zich een verhoogd risico op het ontstaan van ongevallen en letsel voordoet. De verplaatsing over het parkeerterrein als voetganger en de aanwezigheid van de naast de ingang geparkeerde bestelauto doet dit verhoogde risico niet ontstaan.