In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Middelburg. De zaak betreft de beoordeling van de belastbaarheid van appellant in het kader van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). De Raad heeft eerder op 16 november 2015 een tussenuitspraak gedaan, waarin werd vastgesteld dat het besluit van 19 juni 2012 niet deugdelijk was gemotiveerd. Het Uwv had de opdracht gekregen om de belastbaarheid van appellant in overeenstemming te brengen met de bevindingen van de deskundige psychiater dr. H.N. Sno. Echter, het Uwv heeft in zijn rapport van 24 november 2015 niet voldaan aan deze opdracht en heeft de eerder vastgestelde psychische beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 31 augustus 2010 niet aangepast. De Raad kan zich niet verenigen met de vastgestelde beperkingen en oordeelt dat het advies van de deskundige Sno moet worden gevolgd. De Raad vernietigt het bestreden besluit en draagt het Uwv op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de conclusies van de deskundige in de FML worden verwerkt. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 2.480,-.