ECLI:NL:CRVB:2016:329
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontheffing van arbeidsverplichtingen op basis van sociale en medische omstandigheden
In deze zaak gaat het om de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam om appellant langer dan één jaar ontheffing van arbeidsverplichtingen te verlenen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant ontving bijstand en was eerder ontheven van zijn arbeidsverplichtingen, maar het college besloot dat deze verplichtingen weer van toepassing waren. Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat hij op medische gronden voor een langere periode ontheven had moeten worden. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam bevestigd, waarin werd geoordeeld dat het college beoordelings- en beleidsvrijheid heeft bij het vaststellen van de termijn van ontheffing. De Raad oordeelt dat de duur van de ontheffing gerelateerd is aan sociale problemen van appellant en niet aan medische problemen. Het college heeft gehandeld in overeenstemming met zijn beleid door appellant voor zeven maanden en een jaar te ontheffen van de verplichtingen. De Raad concludeert dat de hoger beroepen niet slagen en bevestigt de aangevallen uitspraken.