Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen einduitspraak voor zover daarbij niet is bepaald dat het college aan
- bepaalt dat het college aan appellante het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, werkzaam als Juridisch Adviseur A bij de gemeente [gemeente 1], tegen de indeling van haar functie in de generieke functiebeschrijving van Adviseur V. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere tussenuitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin werd geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Enschede voldoende gemotiveerd heeft dat de functie van Juridisch Adviseur A zowel tactische als operationele elementen bevat. Appellante had in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd die de conclusie van de rechtbank zouden kunnen weerleggen. De Raad oordeelt dat de indeling in de functie van Adviseur V niet onhoudbaar is en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college het motiveringsgebrek in het bestreden besluit heeft hersteld. De Raad vernietigt echter de einduitspraak van de rechtbank voor zover deze geen bepaling bevatte over de vergoeding van griffierecht aan appellante. De Raad bepaalt dat het college aan appellante het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 413,- vergoedt. De uitspraak is gedaan op 2 juni 2016.