Uitspraak
CIZ
OVERWEGINGEN
In hoger beroep heeft appellante naar voren gebracht dat zij dusdanig ernstige beperkingen heeft dat CIZ een indicatie voor persoonlijke verzorging, klasse 3, had moeten toekennen. De beweeglijkheid en kracht van de rechterregio is namelijk naar alle richtingen beperkt. Ook de hersteloperatie heeft hierin geen verandering gebracht. Ter ondersteuning van haar standpunt heeft appellante verwezen naar de door haar overgelegde medische informatie van haar behandelaren. Namens appellante is op de zitting gesteld dat zij erkenning wil voor de klachten en beperkingen die zij heeft. Verder is appellante het er niet mee eens dat de eerdere indicatieperiode in het bestreden besluit is bekort. Ten slotte heeft appellante om schadevergoeding verzocht.
De Raad overweegt het volgende.
16 januari 2014. De medisch adviseur heeft in haar rapport geconcludeerd dat appellante bekend is met een chronisch pijnsyndroom en uitstralende pijn in de rechterhand door een oude breuk van het sleutelbeen rechts. Er lijkt sprake van een verminderde doorbloeding van de rechterhand. Niet blijkt dat appellante op medische gronden niet in staat is zichzelf te verzorgen behoudens een periode van twee tot drie weken na een geplande operatie. In beroep heeft medisch adviseur E. Sen op 31 oktober 2014 gerapporteerd naar aanleiding van door appellante in geding gebrachte medische informatie. In hoger beroep hebben medisch adviseur Van Putte-Boon in een rapport van 11 maart 2015 en medisch adviseur