ECLI:NL:CRVB:2016:285
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van WAO-uitkering wegens gebrek aan bewijs van toegenomen beperkingen door dezelfde ziekteoorzaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een WAO-uitkering aan appellante. Appellante had zich in 1994 ziek gemeld en was in 1995 beoordeeld als minder dan 15% arbeidsongeschikt. In 2012 meldde zij zich opnieuw ziek, met klachten die voortvloeiden uit een auto-ongeluk in 1999. De verzekeringsarts concludeerde dat de nieuwe klachten niet voortkwamen uit dezelfde ziekteoorzaak als de eerdere arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelde dat appellante niet kon aantonen dat haar toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na de eerdere beoordeling voortkwamen uit dezelfde oorzaak. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad benadrukte dat de bewijslast bij appellante ligt om aan te tonen dat er sprake is van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak. De Raad concludeerde dat de verzekeringsarts overtuigend had gemotiveerd dat er geen toegenomen beperkingen waren vastgesteld die voortkwamen uit dezelfde oorzaak als de eerdere arbeidsongeschiktheid. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.